|
Kraagsteen B13 toonde twee mannen met capuchons die hun tanden zetten in afgeknotte cilinders, pilaren.72 | 325 |
|
Het zijn zogenaamde pilaarbijters, zoals ook uitgebeeld aan bijvoorbeeld de koorbanken van Aarschot en het koorhek van de Bavokerk in Haarlem. Een pilaarbijter is iemand die overdreven fanatiek naar de kerk gaat, een schijnheilige, of een zeurkous. In de Vlaanderen is de krachtterm ‘pilaarbijter’ nog steeds een zonder meer negatieve benaming of verwensing. Jan Mosmans echter, meende dat met de sculptuur vroomheid werd uitgedrukt.73 De originele, sterk verweerde steen is niet terug te vinden in de bouwloods. | 326 |
| Noten | |
| 72. | Bouwloods, i-207. |
| 73. | Glaudemans 2009, 76-80. |
Ronald Glaudemans, De Sint-Jan te 's-Hertogenbosch : Bouwgeschiedenis en bouwsculptuur 1250-1550 (2017) 325
Ronald Glaudemans, De Sacramentskapel : Bouwgeschiedenis, restauraties en bouwhistorische opname (2009) 38
Ronald Glaudemans, De Sint-Jan te 's-Hertogenbosch : Bouwgeschiedenis en bouwsculptuur 1250-1550 (2017) 325-326